200 gram aardappel schoon
200 gram knolselderij schoon
50 gram room boter
½ dl slagroom
Peper en zout
Snijd de aardappel en selderij in gelijke stukjes.
Kook de aardappel en knolselderij gaar in ruim water met een beetje zout.
Giet het kookvocht af maar bewaar een beetje om de puree eventueel slapper, dunner te maken.
Laat de aardappel en knolselderij droog stomen in een zeef.
Pureer ze samen met een klontje boter.
Kijk of de puree niet te stijf is.
Eventueel een beetje kookvocht toevoegen en de slagroom.
Breng dit op smaak met peper en zout.