Atjar Tjampoer
Atjar of achar betekent ongeveer ‘kruidig ingemaakt in (zoet)zuur’. Het is oorspronkelijk een Perzisch woord, maar komt in diverse Aziatische talen voor. Atjar tjampoer is een bekend Indonesisch zoetzuur voor bij de rijsttafel. Zelfgemaakte atjar kun je bewaren in schone jampotten of weckpotten. Je kunt het recept mjakkelijk halveren of verdubbelen, al naar gelang de hoeveelheid potten die je hebt. Zorg in ieder geval bij het kiezen van de groenten voor een kleurig geheel. Dit recept bevat meer kruiden dan de meeste fabrieks-atjars.
Daar zit vooral mosterd en kleurstof in. Ook de groenten zijn gevarieerder.
Ingrediënten
- 1 kilo groenten: bloemkool sperziebonen, winterwortel, witte kool, taugeh, rode paprika.
- 2 uien héél fijn gesnipperd
- 2 tenen knoflook uit de knijper
- 1 rood pepertje fijngehakt zonder pitjes of sambal oelek naar smaak
- 1 tl laos galanga
- 1 tl gemberpoeder djahé
- 3 kemirienoten of ½ eetl geraspte kemirie
- ruim 1 eetl geelwortelpoeder koenjit of kurkuma
- 1 eetl olie om te fruiten
- 1 eetl mosterdpoeder bijvoorbeeld Colman’s
- zout naar smaak
- 30 tot 50 gr suiker
- 0,5 liter witte natuurazijn
- 0,5 liter water
Instructies
- Was de groenten en maak ze schoon. Snijd de bloemkool in kleine roosjes, de sperciebonen in drieën, schaaf de kool, rasp de wortel op een grove rasp, snijd de paprika in smalle repen en halveer deze.
- Let er op dat je bij de paprika al het wit van de zaadlijsten verwijdert.
- Rasp de kemirie als je hele noten gebruikt op een fijne rasp.
- Fruit ui en knoflook in de olie in een kleine koekepan.
- Neem de pan van het vuur, voeg de specerijen toe met 1 eetlepel water en fruit even mee.
- Bereid de potten voor waarin je de atjar wilt bewaren.
- Bovenstaande hoeveelheid is voor ruim anderhalve liter.
- Kook de groenten beetgaar in half azijn, half water met een snuf zout en een halve theelepel geelwortelpoeder.
- De groenten moeten ruim onderstaan. Doe eerst de groenten met de langste gaartijd in de pan (boontjes, worteltjes, kool, bloemkool, bamboescheuten en taugeh het laatst. Laat ze uitlekken, bewaar het kookvocht.
- Bepaal de zuurgraad van het kookvocht: dit doe je gewoon door te proeven of je het zuur genoeg vindt.
- Is het te zuur, doe er dan wat water bij, is het niet zuur genoeg, doe er dan wat azijn bij.
- Nu de zoetzuurverhouding bepalen.
- Begin met twee eetlepels suiker. Wil je het zoeter, doe er dan suiker bij.
- Doe nu ook zout en mosterdpoeder erbij.
- Neem een halve liter vocht uit de pan.
- Voeg het kruidenpapje toe aan de rest van het kookvocht, en de groenten.Kook alles samen nog even op.
- Schep met een schuimspaan de groenten uit de pan en doe ze nog heet in de potten. Schep de potten helemaal vol, druk goed aan.
- Vul tenslotte af met het opnieuw opgekookte kookvocht tot de groenten compleet bedekt zijn, en klop de bodems een paar keer op een natte doek op het aanrecht om eventuele luchtbellen eruit te krijgen.
- Sluit dan de potten en laat afkoelen. Door de potten heet te vullen en meteen af te sluiten, trekken de deksels vanzelf vacuüm.
- Bewaar in de koelkast of op een koele plek. Wacht enkele dagen voordat je de atjar gebruikt.
- Zolang de potten vacuüm gesloten blijven, blijft de atjar zeker enkele maanden goed.
- Eenmaal geopend de atjar niet langer dan een week bewaren.
- Daarom is het ook handiger om wat meer kleinere potten te gebruiken dan één hele grote.